We zijn toe aan het ‘nieuwe leren’. Vergelijk het maar met het nieuwe werken. Daar zijn de organisatie, processen, gebouwen, tools, rollen en verantwoordelijkheden drastisch veranderd. De individuele werknemer krijgt meer en meer de regie over zijn eigen performance. Hij bepaalt vaker waar, wanneer, hoe, met wie en met hoeveel resultaat hij zijn werkzaamheden verricht. Alleen dan kan hij meekomen in een wereld die steeds sneller verandert.
De lerende centraal
Geef de lerende werknemer dus een centrale rol en de verantwoordelijkheid voor zijn eigen ‘leer-performance’. Met de juiste ondersteuning en technische middelen is hij in staat zelf te bepalen waar en wanneer hij zijn ‘performance’ kan verbeteren, hoe hij dat gaat aanpakken, wat hij daarvoor nodig heeft en hoe hij daarbij op gang blijft. Hij kan zelf zijn leerresultaten, en ook de daaruit voortvloeiende werkresultaten, beoordelen en zo nodig bijsturen.
Als de werknemer centraal staat en hij zelf de regie moet voeren, leert hij het meest. Dan heeft leren maximaal effect op zijn performance én kan hij ook anderen weer inspireren en ondersteunen.
Sturen op performance
Een belangrijke vraag bij 70:20:10 is of een werknemer wel de regie kán voeren over zijn eigen leren? Soms wel, maar vaak niet. Je moet inzicht hebben in je eigen performance, in targets, in toekomstige veranderingen, je moet kunnen plannen en reflecteren. Alleen dan weet je of het leerproces wel tot de juiste resultaten leidt.
Werknemers hebben hierbij ruimte en begeleiding nodig vanuit de organisatie. Een goede coach is essentieel. Door de juiste vragen te stellen help je de lerende werknemer de eigen regie te voeren en begeleid je het leerproces.